Konijnen zijn geliefde huisdieren. Ze hebben de reputatie makkelijker in onderhoud te zijn dan honden of katten, maar niks is minder waar. Als prooidieren tonen ze heel weinig pijn, en als ze er ziek uit zien, is het vaak al een spoedgeval. Het is dan ook belangrijk dat we als mens zo goed mogelijk tegemoet komen aan de behoeften van konijnen.
Konijnen zijn in de eerste plaats groepsdieren. In het wild leven ze in (grote) groepen met een sterk gedefinieerde rangorde. Een groep biedt veiligheid, en sociale interactie met soortgenoten is onmisbaar voor het welzijn van deze dieren.
Konijnen zijn prooidieren. Het is belangrijk daarmee rekening te houden als je een huisvesting gaat kiezen:
- Er moet voldoende schuilruimte zijn
- Ze moeten kunnen oefenen op rennen
- Ze moeten de omgeving goed in het oog kunnen houden
De juiste oppervlakte
Voor binnenkonijnen wordt een hok van minstens 160 op 80 cm aangeraden voor 2 kleine tot middelgrote konijnen. Dit enkel op voorwaarde dat dit voor het grootste deel van de dag uitgebreid wordt naar een loopruimte van minstens 2m2 voor dwergkonijnen en 3m2 voor middelgrote konijnen!!!
Voor buitenkonijnen wordt de regel van loopruimte sowieso aangehouden.
Ook moet je minstens een of meerdere schuilplaatsen voorzien met een in-en uitgang, zodat de konijnen van elkaar kunnen vluchten.
Alleen of met twee?
Zoals eerder gezegd zijn konijnen groepsdieren. Een konijn heeft gezelschap nodig om echt gelukkig te zijn.
Konijnen die alleen worden gehouden, spenderen meer tijd aan abnormaal en stereotyp gedrag. De meest voorkomende abnormale gedragingen zijn schijngraven en knagen aan het hok. Ook vinden deze konijnen veel minder rust en zijn ze minder actief. Ze kunnen nooit écht rusten en verkeren daarom vaak in een constante vorm van stress en vermoeidheid.
Konijnen koppelen kan soms een lastig werkje zijn. Vraag gerust naar meer informatie!
Binnen of buiten?
In de natuur leven konijnen voornamelijk in een ondergronds gangenstelsel, waar de temperatuur constant is, zo’n 10°C zomer en winter. Konijnen kunnen best goed tegen koudere temperaturen en voelen zich het best tussen de 10 en 19 °C.
Bij temperaturen van meer dan 24°C kunnen konijn al oververhit geraken.
Wil je een binnenkonijn verhuizen naar buiten? Wacht tot de maand mei wanneer het ’s nachts niet meer vriest en het voor jezelf comfortabel is om in T-shirt rond te lopen.
Konijnen starten vanaf eind augustus met het aanmaken van hun wintervacht, dus als je je konijn in de winter wilt binnen houden moeten ze vanaf eind augustus naar binnen gebracht worden (toch zeker reeds ’s nachts).
Materiaal (slaap)hok
Buitenkonijn: onbehandeld houten hok is hierbij de eerste keus.
Hout geeft warmte in de winter en verkoeling in de zomer.
Binnenkonijn: draad hok met eventueel plastiek bodem
Een plastiek hok is nooit een goed idee, ook niet voor binnenkonijnen, omdat dit te weinig verlucht.
Ook hoogte is belangrijk: het konijn moet comfortabel op zijn achterpoten recht kunnen staan om de omgeving te scannen. Kunnen ze dit niet dan veroorzaakt dit stress (cfr prooidier)
Bodembedekkking
Konijnen zijn erg gevoelig aan pododermatitis; Dit is een huidaandoening die start met haarverlies en eeltvorming, maar kan makkelijk escaleren tot open wondes en zweren.
Een zachte ondergrond is dus van groot belang. Vermijd draad/beton/ruwe ondergrond.
De beste ondergrond is gras of zandgrond, waar ze ook in de natuur het meest op vertoeven.
In huis gehouden konijnen kunnen leven op een foam puzzelmat.
In het nachthok (zowel voor binnen als buitenkonijnen) kies je voor vocht absorberend materiaal zoals hennepvezels of papierkorrels (bv back2nature).
Hoewel stro goed isoleert en warmte geeft in de winter, is het niet de eerste keus omdat het geen vocht absorbeert. Konijnenurine kan echt branden dus zeker vermijden dat een konijn nat zit!
Ook het gewicht van het konijn speelt een rol in de ontwikkeling van pododermatitis. Zorg er dus zeker voor dat je konijntje niet te zwaar wordt!